Experiment opzetten

Pagina top navigatie elementen

Mindfulness

Experiment opzetten

Transcript

STUDENT 1: En, eh, we hebben ze de opdracht gegeven om, eh, eh, een onderzoek op te zetten waar, wat mindfulness, waar dat nog meer effect op zou kunnen hebben. En hier zijn ze druk mee aan de slag gegaan.

LEERLING: vijf doen er zeg maar, eh, een mindfulness-sessie ervoor en de anderen doen helemaal niks ervoor en dan kijken we wie betere uitslagen heeft.
LEERLING: Maar, dat, dat, dat lijkt niet zo’n goede want misschien is de ene juist daar beter in, in toetsen dan anderen. Ze kunnen allemaal eerst geen en dan maken en dan eentje en allemaal maken. En dan naar de uitslagen kijken.
LEERLING: Ja, dat kan ook.

LEERLING: Het is dus mindfulness en dat is een sessie en dan eh, ga je tot rust komen met zo’n cd ding en dan moet je daarnaar luisteren en dan en dan, wij hebben bedacht met ons groepje dat je eerste, eh, op één been moet gaan staan en dan kijken we hoe lang je het volhoudt. En daarna doe je zo’n mindfulness-sessie dat je tot rust komt en kijken, daarna nog een keer op één been staan, en kijken hoe lang je het volhoudt.
LEERLING: Oké.
LEERLING: Maar dat gaan we dus morgen doen maar we moeten vandaag vragen of je daaraan mee zou willen doen.
LEERLING: Ja hoor.
LEERLING: Oké.

LEERLING: Ja, wij gaan met vier kinderen van groep vier, twee meisjes, twee jongens, gaan we, ehm, zo’n rekentestje doen zeg maar. Laten we ze eerst, ehm, ehm, eh, eh, twee rijtjes, eh, rekensommetjes maken en daarna zo’n mindfulness-sessie, eh, laten, eh doen zeg maar. En dan gaan we weer dat doen zeg maar, eh, die rekensommetjes laten maken en dan kijken we of ze het beter hebben gedaan of juist slechter, ja.
INTERVIEWER: En wat verwacht je dat eruit zal komen?
LEERLING: Ik weet het eigenlijk niet, maar ja, ik denk, want ik weet, ik denk dat het wel verschillend is, zeg maar, want ik denk dat een paar kinderen bijvoorbeeld, eh, dat het niet heeft geholpen of een paar kinderen wel. Ik denk dat het niet allemaal hetzelfde is.

LEERLING: Nou, ehm, wij hebben zeg maar een soort van Engelse toets. Dan hebben we zeg maar een liedje van twee delen en dan moeten ze bij de eerste keer moeten ze het liedje een paar minuten, eh, moeten ze dan door gaan nemen. En dan moeten ze het daarna zeg maar, ja, ze hoeven niet echt te zingen, maar zeg maar gewoon een beetje vertellen. En, ehm…
INTERVIEWER: Moeten ze die, moeten ze dat proberen te onthouden?
LEERLING: Ja, ze moeten het proberen te onthouden en dan krijgen ze dan zo’n mindfulness-sessie en dan gaan ze het tweede deel maken.
LEERLING: Ja, dan gaan ze deel twee maken. Moeten, moeten ze hetzelfde doen alleen dan gaan we kijken of het na die mindfulness-sessie beter is geworden of juist slechter.
INTERVIEWER: En wat verwachten jullie? Wat denken jullie dat er gaat gebeuren?
LEERLING: Ik denk wel dat het wel beter gaat.
INTERVIEWER: En waarom denk je dat?
LEERLING: Omdat ook met die paperclip, dat ging ook beter na die mindfulness-sessie.

STUDENT 1: Ja, je kon ook zien dat de interesse in het onderwerp mindfulness en het concentreren, dat groeide steeds meer.
STUDENT 2: Ja, ja.
STUDENT 1: En daardoor werd die onderzoekende houding werd ook steeds verbeterd eigenlijk, steeds groter, wilden ze steeds meer van het onderwerp af weten.

Omschrijving

De leerlingen zetten in kleine groepjes eigen experimenten op over mindfulness. In dit fragment vertellen de leerlingen wat hun onderzoeksplannen zijn. Ze gebruiken hierbij veel cognitieve taalfuncties. Lees hier hoe je het gebruik van deze complexe taalfuncties kunt stimuleren.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Mindfulness

Download hier de powerpointpresentatie met het flitsexperiment (les 1) en het audiobestand voor de mindfulness-sessie (les 2 en 3).

Deze lessenserie is ontworpen en uitgevoerd in samenwerking met het Wetenschapsknooppunt van de Radboud Universiteit NIjmegen (WKRU).

Kijkwijzer

1) De leerlingen overleggen over de opzet van hun onderzoek (00.13-00.32). Leerling 2 beargumenteert waarom hij het eerste voorstel minder geschikt vindt en wat zijn alternatief is. Kijk ook eens naar het transcript en lees wat de tweede leerling zegt. Zie je hoe lastig het is om een argumentatie talig goed op te bouwen? Zie bij taal&interactie de informatie over cognitieve taalfuncties.

2) Bekijk het fragment (01.10-2.06) waarin een van de leerling uitleg geeft over hun experiment. Eerst geeft ze een beschrijving van het experiment. De interviewer vraagt naar haar verwachtingen. De leerling moet dan vertellen wat ze verwacht en dit onderbouwen met argumenten. Zie je dat dit weer best moeilijk is om goed te verwoorden? Met dergelijke vragen en goede feedback leert  de leerling meer complexe taalfuncties te gebrui-ken.

3) Ook in het derde fragment vraagt de interviewer naar de verwachtingen van de leerlingen en de bijbehoren-de argumentatie. Zie je dat ook hier de leerlingen het moeilijk vinden zich goed uit te drukken?
Interviewer: Waarom denk je dat?
Lln.: Omdat ook met die paperclip, dat ging ook beter na die mindfulness-sessie.

lesfasen